en
Luke Walker, 15 juli 2024
Een verzoek om op vakantie te gaan weigeren; mag een werkgever dat zomaar doen?

De zomervakantie staat weer voor de deur en voor sommige mensen is het zelfs al zover. Ook deze zomer willen veel mensen op vakantie gaan. Werknemers dienen een verzoek in bij de werkgever om vrij te krijgen; maar wat nu als de werkgever de vakantieaanvraag afkeurt? Mag dat zomaar? En wat als de werknemer het hier niet mee eens is en toch op vakantie gaat?

De wet
Het kan zijn dat er schriftelijke afspraken zijn gemaakt over de data waarop werknemers met vakantie mogen. Dit kan bijvoorbeeld in samenspraak met een ondernemingsraad gebeurd zijn of vastgelegd zijn in een CAO. Meestal zullen er echter geen afspraken gemaakt zijn en is het aan de werknemer om vrij te vragen bij zijn werkgever. De wet bepaalt dat de wens van de werknemer dan in beginsel leidend is. Een werkgever kan de vakantieaanvraag weigeren als er gewichtige redenen zijn die zich tegen de aanvraag verzetten of als de werknemer geen vakantiedagen meer heeft. Als werknemer is het slim om de aanvraag schriftelijk te doen. De werkgever moet dan binnen twee weken na de aanvraag reageren op het verzoek en indien de werkgever niet binnen die twee weken een gewichtige reden heeft aangevoerd is de vakantie vastgesteld volgens de wensen van de werknemer. Als het verzoek mondeling is gedaan en de werkgever niet op tijd gereageerd heeft wordt de vakantie niet direct volgens de wensen van de werknemer vastgesteld.

Gewichtige redenen
De logische vervolgvraag is: wat is dan een gewichtige reden? Er is sprake van een gewichtige reden als de vakantie tot een ernstige verstoring van de bedrijfsvoering leidt. Voorbeelden die de wetgever heeft gegeven: meerdere werknemers van een seizoenbedrijf die hun vakantie willen opnemen tijdens het drukste moment van het seizoen en de situatie dat een klein bedrijf zou moeten sluiten omdat niet in vervanging kan worden voorzien. Er zal van geval tot geval moeten worden bekeken of er sprake is van gewichtige redenen, en wel door de belangen van werkgever en werknemer tegen elkaar af te wegen. De vakantieaanvraag mag alleen worden afgewezen als de werkgever daar zo veel belang bij heeft dat het belang van de werknemer om op vakantie te gaan het daartegen aflegt.

Vakantie geweigerd, maar werknemer gaat toch
Wat nu als een werknemer het niet eens is met de afwijzing en toch op vakantie gaat? Als een werknemer op vakantie gaat zonder hier toestemming voor te hebben, riskeert de werknemer dat de werkgever de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden per direct opzegt. Of zo’n ontslag op staande voet geldig is zal in belangrijke mate worden bepaald door de vraag of de werkgever de vakantie terecht geweigerd heeft (ECLI:NL:HR:2021:596).

Werkgevers mogen een verzoek tot vakantie dus niet zomaar weigeren en zullen een weigering goed moeten onderbouwen. Mocht een werkgever de vakantieaanvraag weigeren dan kan de werknemer hierover in gesprek gaan met de werkgever, maar door ‘gewoon’ op vakantie te gaan riskeert een werknemer zijn baan te verliezen.

Wij helpen u graag bij het voorkomen of oplossen van problemen met betrekking tot (geweigerde) vakantieverzoeken. Neem contact op met één van onze arbeidsrechtadvocaten: Samantha de Graaf (degraaf@griffithsadvocaten.nl), Dylan Griffiths (griffiths@griffithsadvocaten.nl) of Luke Walker (walker@griffithsadvocaten.nl).