Nieuwe regels voor aanbieders van onlinediensten voor het delen van inhoud
Een selfie bij een bekend schilderij in een museum, een grappige meme, een filmpje van een concert of een vrolijke digitale verjaardagskaart die ergens van het internet is geplukt; bijna iedereen deelt wel eens materiaal waar auteursrecht op rust via online platforms zonder daar toestemming van de maker(s) voor te hebben. Mag dat zomaar? En zo niet, wie is daar dan aansprakelijk voor?
Sinds juni 2021 is de Auteurswet aangepast en gelden er nieuwe regels voor platforms (in de wet specifiek omschreven als: “aanbieders van onlinediensten voor het delen van inhoud”). In dit blog leggen we kort de achtergrond van de nieuwe regels uit.
Rechtszaak Stichting Pictoright tegen Meta Platforms Ltd.
De nieuwe regels hebben inmiddels geleid tot een rechtszaak die door Stichting Pictoright (de auteursrechtenorganisatie voor visuele makers in Nederland) is gestart tegen Meta Platforms Ltd. over beeldgebruik op Facebook en Instagram. Griffiths Advocaten staat Stichting Pictoright bij in deze rechtszaak.
De basis: openbaar maken zonder toestemming is auteursrechtinbreuk
Het openbaar maken en verveelvoudigen van auteursrechtelijk beschermd materiaal zonder toestemming van de maker(s) is auteursrechtinbreuk, tenzij er sprake is van een uitzondering. Het citaatrecht is zo’n uitzondering, maar daarbij gelden specifieke eisen. Bij een afbeelding die puur voor de lol of als versiering wordt gedeeld wordt aan die eisen niet voldaan. Verder bestaat er geen algemene uitzondering voor niet-commercieel gebruik. Er is wel een wettelijke uitzondering voor het maken van privé-kopieën, maar die geldt niet voor het verder verspreiden van dat materiaal.
Moeizame handhaving door rechthebbenden
Het is dus meestal niet toegestaan om auteursrechtelijk beschermd materiaal zonder toestemming van de makers te uploaden op platforms, en vaak is het ook in strijd met de algemene voorwaarden van die platforms om dat te doen. Toch gebeurt het wel heel veel, maar de kans is klein dat een privépersoon door een rechthebbende aansprakelijk wordt gesteld vanwege zo’n inbreuk. Het is voor rechthebbenden ondoenlijk om het internet af te speuren en tegen elke inbreuk op te treden.
Value gap: platforms maken miljardenwinsten en makers delen niet mee
Ondertussen profiteren platforms wél van het materiaal dat hun gebruikers uploaden. Zonder content geen bezoekers en zonder bezoekers geen advertentie-inkomsten. Hoe vaker het platform bezocht wordt en hoe langer mensen op het platform doorbrengen, hoe meer advertenties het platform aan die gebruikers kan tonen. Advertentie-inkomsten zijn vaak de belangrijkste inkomstenbron van platforms. Sommige platforms maken daar jaarlijks miljardenwinsten mee.
Licenties komen niet tot stand op basis van vrijwilligheid
Het platform is dan ook een logisch aanspreekpunt voor auteursrechthebbenden. Op basis van de regelgeving vóór juni 2021 was het onduidelijk in hoeverre platforms aansprakelijk gehouden konden worden voor de uploads van hun gebruikers. De Europese wetgever constateerde dat platforms mede daarom in de praktijk niet of nauwelijks uit zichzelf bereid waren om licenties voor dit gebruik te sluiten met auteursrechtenorganisaties.
DSM-richtlijn: platforms zijn voortaan zelf aansprakelijk en moeten zich inspannen om toestemming te krijgen
Daarom is in 2019 in een Europese richtlijn 1 expliciet gemaakt dat platforms zélf de door hun gebruikers geüploade werken openbaar maken als zij het publiek daartoe toegang geven. Daarbij is bovendien een verplichting opgenomen voor platforms om zich naar beste vermogen in te spannen om toestemming van makers te krijgen voor de openbaarmakingen. Houden platforms zich niet aan de nieuwe verplichting, dan zijn zij zelf aansprakelijk wegens auteursrechtinbreuk.
Filterverplichting en notice and staydown
Daarnaast moeten de platforms maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat bepaalde werken niet beschikbaar zijn op hun platforms (filterverplichting). Het gaat daarbij om werken ten aanzien waarvan makers het platform informatie hebben verschaft om op basis daarvan te filteren. Verder moeten platforms maatregelen nemen om inbreuken die door makers zijn gemeld offline te halen en te voorkomen dat de verwijderde werken opnieuw geüpload worden (notice & stay down).
Nederlandse implementatie in 2021
De Europese Richtlijn is per 7 juni 2021 in de Nederlandse Auteurswet geïmplementeerd, maar voor zover bekend zijn er sindsdien nauwelijks licentieovereenkomsten tussen platforms en auteursrechtenorganisaties tot stand gekomen. Voorlopig lijken de nieuwe regels nog niet het door de Europese wetgever beoogde effect te hebben.
In de zaak tussen Stichting Pictoright en Meta Platforms Ltd. stelt Stichting Pictoright zich op het standpunt dat Meta Platforms Ltd. zich niet naar beste vermogen heeft ingespannen om toestemming te verkrijgen. Op 19 september jl. vond onder grote belangstelling de zitting in deze procedure plaats. Het vonnis wordt tegen het eind van het jaar verwacht.
Op de website van Stichting Pictoright is meer te lezen over de rechtszaak en worden regelmatig updates geplaatst: https://pictoright.nl/thema/dossier-platforms/.
Update 3-12-2024
Op 20 november 2024 heeft de rechtbank Amsterdam in een tussenvonnis onder andere geschreven dat Facebook en Instagram aanbieders van onlinediensten voor het delen van inhoud zijn, en dat zij zich dus aan de nieuwe regels moeten houden. Een licentieovereenkomst kan volgens de rechtbank alleen billijk zijn als de makers een passende vergoeding ontvangen vanaf 7 juni 2021. De rechtbank zal voor het vervolg van de procedure een of meer deskundigen benoemen.
Het tussenvonnis is te lezen op: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBAMS:2024:6885
(1) Artikel 17 DSM-Richtlijn, https://data.europa.eu/eli/dir/2019/790/oj